Standaard Van Beveren
Het land van oorsprong is België. Is in Nederland erkend in 1933.
Genetische symbolen voor blauw:
aBCdE (Int.) ABCdg (Duits)
aBCdE ABCdg
Puntenschaal Groep 1. Kleur
Pos. | Onderdeel | Punten |
1 | Gewicht | 10 |
2 | Type, bouw en stelling | 20 |
3 | Pels en pelsconditie | 20 |
4 | Kop en oren | 15 |
5 | Dek- en buikkleur | 15 |
6 | Tussen- en grondkleur | 15 |
7 | Lichaamsconditie en verzorging | 5 |
Totaal | 100 |
Gewicht
Het gewicht is 3,50 tot 4,50 kg. Puntenschaal voor het gewicht:
Gew. (kg) | 3,50-3,60 | 3,70-3,90 | 4,00-4,50 |
Punten | 8 | 9 | 10 |
Type, bouw en stelling
De Van Beveren heeft een specifiek type, het zogenaamde mandolinetype (typegroep E). De ruglijn loopt vanaf de nek glooiend op naar de hoog geplaatste achterhand. Deze is sterk ontwikkeld, breder dan de voorhand en volkomen rond. Hierdoor ontstaat een lichaamsvorm die te vergelijken is met de vorm van een doorgesneden langwerpige peer. De benen zijn fors. Het ras heeft een lage stelling. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel.
Bij overjarige vrouwelijke dieren is een geringe wamaanzet of halskraagje toegestaan.
Pels en pelsconditie
De pels is iets langer dan normaal met een lengte van ongeveer 3,5 tot 4 cm. De pels is zeer dicht ingeplant en slaat bij terugstrijken niet direct terug, maar neemt dankzij het rijke onderhaar langzaam de natuurlijke ligging weer in. Juist deze haarlengte en het langzaam terugvallen zijn typische raseigenschappen.
Pelsconditie: zie het algemene gedeelte.
Kop en oren
De kop is krachtig ontwikkeld met sterk ontwikkelde kaken en wangen en een brede snuit. De oren zijn stevig van structuur, met lepelvormig afgeronde oortoppen, goed behaard en worden V-vormig gedragen. De oorlengte is 12 – 14 cm, ideaal is 13 cm. Het geheel in harmonie met het lichaam.
Dek- en buikkleur
Erkend in de kleur blauw. De dekkleur is zuiver lichtblauw en
van neus- tot staartpunt egaal. De buik en de onderzijde van de staart zijn iets doffer gekleurd. De nagels zijn hoornkleurig. De oogkleur is grijsblauw. De snorharen zijn lichtblauw.
Tussen- en grondkleur
Direct onder de dekkleur is de tussenkleur. Het eerste gedeelte
van de tussenkleur is smal en iets lichter van kleur dan de dek- kleur. Het verdere gedeelte van de tussenkleur is iets donkerder dan de dekkleur. De grondkleur is iets lichter dan het laatstge- noemde gedeelte van de tussenkleur en strekt zich tot de haar- basis uit.
Lichaamsconditie en verzorging
Zie het algemene gedeelte.
Lichte fouten
Geringe afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Iets weinig
onderhaar. Iets korte pels. Iets zachte pels. Iets donkere dek- kleur. Iets onregelmatige dekkleur. Iets ongelijke dekkleur. Enkele witte of enkele lichtgetopte haren. Iets licht gekleurde oorranden. Iets lichte oogkleur. Iets lichte nagelkleur. Enkele witte snorharen. Iets afwijkende tussenkleur.
Zie verder lichte fouten in het algemene gedeelte.
Zware fouten
Grote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Te weinig onder- haar. Te korte pels. Te lange pels. Te zachte pels. Te slappe pels. Te donkere dekkleur. Te lichte dekkleur. Te onregelmatige dekkleur. Te ongelijke dekkleur. Te veel witte of te veel lichtge- topte haren. Te licht gekleurde oorranden. Te lichte oogkleur. Te lichte nagelkleur. Te veel witte snorharen. Geheel éénkleurige tussenkleur. Sterk afwijkende tussenkleur. Te zwakke grond- kleur.
Zie verder zware fouten in het algemene gedeelte.